fbpx

DUBBEL GENAAID HOUDT BETER!

Het was dinsdag. Komend weekend de clubkampioenschappen bij Squash Delft. Ik keek ernaar uit. Na mijn ervaringen vorig jaar, mijn eerste keer, had ik me direct ingeschreven. Ik bleek de eerste. Maar toen dat bericht. Mijn telefoon trilde van opwinding. De twijfel sloeg toe. Zondagmiddag kon er ook geknutseld worden met oma Margret. Voor alle kinderen stond erbij. Maar met een ruime interpretatie mocht ik als ‘groot kind’ vast ook aansluiten. Margret is niet zo moeilijk. Nou ben ik van nature niet zo’n knutselaar. Maar ik zou ongetwijfeld meer kans maken op de eerste prijs dan bij het squashen. Want wat een deelnemersveld dit jaar. Heren 1 was weer compleet vertegenwoordigd. Maar ook enkele toppers van Heren 2, 3 en 4 stonden op de lijst. Als speler van Heren 9 had ik daartussen toch helemaal niets te zoeken? Maar ok, in mijn column vorig jaar (lees hem hier gerust nog eens terug: link plaatsen) pleitte ik voor meer deelnemers. Dan kon ik zelf natuurlijk niet verstek laten gaan. Bovendien: Dubbel genaaid houdt beter! Dus deed ik voor de tweede keer mee.

En meer aanmeldingen kwamen er. Maar liefst 59. Wat dat betreft was het toernooi eigenlijk al op voorhand geslaagd. Opmerkelijk waren vooral de overeenkomsten met vorig jaar. Een zeer internationaal deelnemersveld bijvoorbeeld. Zo moest ik de eerste wedstrijd tegen de Duitser Malte Gradetzke. Als Nederlander had ik de plicht die wedstrijd te winnen. Ook op basis van mijn ranking trouwens. En dat deed ik ook. Toch lekker, dat ik straks tegen mijn Duitse schoonfamilie kan vertellen dat ik de squashinterland Nederland-Duitsland in het voordeel van Oranje heb beslecht. Maar daarna kwam het serieuzere werk. Vorig jaar was het de Rus Vladimir Leshko die aan al mijn illusies een einde maakte. Dit jaar was ik conform schema gekoppeld aan Andrés Yépez Calderón uit Ecuador, uitkomend voor Heren 3 op positie 1 en achtste op de plaatsingslijst. Tegen Vladimir had ik nog het gevoel aardig mee te kunnen doen. Tegen Andrés mocht ik blij zijn met vijf punten. Over de hele wedstrijd welteverstaan. Weg titelkansen! En dat al op zaterdag. Inderdaad, het herentoernooi was verdeeld over twee speeldagen. Een verschil ten opzichte van vorig jaar.

 

Mijn derde wedstrijd op zaterdag was een ‘Bye’. De eerste ooit. Of ik er blij mee was? Nou nee! Terwijl iedereen er in zijn laatste partij van de dag nog alles uitperste, moest ik het in mijn uppie doen met een extra biertje aan de bar. Bij mij ging er dus alleen wat in. Uiteraard had ik liever gespeeld. Desnoods verloren. Maar naar verluid had mijn tegenstander gezien tegen wie hij moest en in welk shirt ik speelde. Dat Feyenoord-tenue boezemde hem op voorhand angst in. Zodanig, dat hij zich bij wedstrijdleider Ilja afmeldde en met stille trom vertrok. Ik hield er een kater aan over. Voordeel van een vroege douche, tegenwoordig weer gewoon op een normale temperatuur, was wel dat ik op tijd thuis was voor de wedstrijd RKC-Feyenoord. Hoewel ik daar nou ook weer niet echt vrolijk van werd. Maar goed, we namen drie punten mee terug naar Rotterdam Zuid. Daar ging het om. Dapper trouwens van Arco de Braak. Hij speelde in een Ajax-shirt. Dan sta je tegenwoordig al met 5-0 achter als je de baan opkomt. Hij eindigde uiteindelijk dan ook in het rechterrijtje.

 

Op zondag waren ook de dames en jeugdspelers (met hun ouders) present. Dat kwam de sfeer alleen maar ten goede. Het was een drukte van belang. Ilja moest alle zeilen bijzetten om het toernooi in goede banen te leiden. Maar dat ging hem goed af. Na afloop werd hij zelfs benoemd tot toernooidirecteur. Of deze promotie ook een salarisverhoging voor Ilja inhoudt? Daarover wilde Sammy geen mededelingen doen. “Het salaris van mijn medewerkers is geheim”, zo stelde de eigenaar van Squash Delft. “Maar je weet hoe hoog de minimumlonen zijn en één plus één is twee.” Zelf speelde ik tot aan de lunch twee partijen. En dat voor plaats 17 tot en met 24. Joey Magendans bleek met 3-0 te sterk. Toch had ik kansen. In de tweede game gaf ik echter een 10-7 voorsprong nog uit handen. Tegen Daniël Keller verprutste ik in de eerste game ook enkele gamepoints, om dat in het derde bedrijf nog eens dunnetjes over te doen. Na een 10-3 voorsprong won ik de derde game ternauwernood met 11-9. Maar uiteindelijk ging ik er toch met 3-1 hard vanaf. In de bar keek ik met een schuine blik naar oma Margret en de knutselaars. Er stond ook een sjoelbak. Had ik maar…

 

Hoogtepunt van de clubkampioenschappen bij Squash Delft is uiteraard de lunch. Na een lange rij voor me ging ik, eenmaal aan de beurt, naarstig op zoek naar de pannenkoeken. Waren ze al op? Of had Margret deze lekkernij zonder overleg van de menukaart geschrapt. Geen stroop op tafel, dus het laatste zo bleek. Maar wat zijn de clubkampioenschappen zonder pannenkoeken? Dat is als bier zonder alcohol. Als neuken zonder klaarkomen. Helemaal niets dus! Voor mij is dat een keiharde voorwaarde om volgend jaar weer deel te nemen. Zonder oma’s pannenkoeken geen Ruud. En zonder Ruud geen column of verslag. Maar dit laatste terzijde. Want wie zit er te wachten op dit stukje proza, als mosterd na de maaltijd? Die smaakte overigens best ok. Dus complimenten voor de kok. Helaas was ik zo stom, me te laten verleiden tot een biertje met Jan Jouvenaar. Erg gezellig. Maar waar Jan het bij één Birra Moretti hield, was bij mij het hek van de dam. Sammy, commercieel als hij is, wees mij op de halve literglazen. Vervolgens ging de tap volledig open. Zeker toen de geblesseerde Marco Rombout van Heren 9 langskwam om zijn teamgenoten aan te moedigen. Dan moet je tussendoor je keel wel smeren.

Mede daardoor werd mijn laatste partij tegen André Chan geen succes. Wat wil je ook met bijna twee liter bier in je mik. Dat is topsport onwaardig en vragen om een afstraffing. En die kwam er dus ook. Hoewel André genadig was, waardoor ik nog een game kon pakken. Wat restte was de 24e plaats. En aan het eind van de dag een in twee dagen tijd subtiel opgebouwde drankrekening van ruim boven de 100 euro. Maar goed, de inflatie hè. Waarschijnlijk zou ik met deze rekening, aan de bar wel de eerste prijs hebben behaald. En dat als ongeplaatste speler. Daar moet je goed je best voor doen. Sammy zal trots op me zijn. Dat was hij zeker op de finalisten en het talrijke publiek op de tribune. Die was eigenlijk veel te klein. Terecht dus dat squash vanaf 2028 een olympische sport is. Sinds 2004 staat onze sport al op de nominatie. Toen werd gekozen voor synchroonzwemmen. Je verzint het niet. Knap, dat wel. Maar wie gisteren de finales zag bij Squash Delft, zal beamen dat squash toch meer een ‘echte sport’ is. Trouwens, ‘iets met water en tegelijkertijd’ kunnen we bij Squash Delft ook organiseren. Dan plakken we er na afloop van het toernooi nog een wedstrijdje synchroondouchen voor koppels aan vast. Ik denk dat er vooral voor het onderdeel ‘gemengd’ veel belangstelling zal zijn.

 

Maar terug naar de finales. Ook hier waren veel overeenkomsten met vorig jaar. Zo ging de jeugdfinale opnieuw tussen Pieter Elsemulder en Natus Krupniewski. David tegen Goliath, zo zag het eruit. Waarbij opgemerkt dat Goliath ook nog eens een heel jaar lang niet naar de kapper was geweest. Zijn toch al indrukwekkende haardos was nog verder in omvang toegenomen. Het deerde de kleine Pieter niet. Met duidelijke cijfers prolongeerde hij zijn titel (11-4, 8-11, 11-5, 11-9). Ook de damesfinale was een herhaling van vorig jaar. Barbara Verhaaf-Elsemulder (de moeder van Pieter) nam het wederom op tegen haar trainingsmaatje Manon Borsboom. En ook hier dezelfde winnaar. Barbara toonde vooral in de tweede game een enorme wilskracht. Manon leidde met 10-6, maar door er nog een flinke schep bovenop te doen wist de titelverdedigster het tij nog te keren en daarmee de partij naar zich toe te trekken (11-6, 12-10, 11-9). In ‘Huize Elsemulder’ zullen ze ’s avonds ongetwijfeld weer de polonaise hebben gelopen. En geef ze eens ongelijk na dit mooie succes. En dit alles onder de bezielende leiding van scheidsrechter Marco van den Berg. Ook dat was weer vertrouwd.

Uiteraard zat Marco ook op zijn post tijdens de mannenfinale, met daarin wederom Hernan Guidi. Hij versloeg in de halve eindstrijd meervoudig clubkampioen Jan Massar met 3-1. Toen was ook al duidelijk dat het toernooi een andere winnaar zou krijgen, want in de andere halve finale kon titelverdediger Christophe Keteleer het niet bolwerken tegen de indrukwekkende Niels van Leeuwen van Heren 2. Niels, overgekomen van Meersquash, deed voor het eerst mee dit jaar en gaf Christophe geen kans: 3-0. Christophe werd uiteindelijk nog derde door Jan te verslaan. Het was slechts een schrale troost voor de uittredend kampioen. Niels was door menigeen al getipt als aanstaande kampioen en maakte dat in de eerste twee games van de finale volledig waar. Met 11-8, 11-8 bleef Hernan weliswaar in de buurt, beide games gingen terecht naar Niels. Hernan is echter een vechtjas en mentaal en conditioneel ijzersterk. Met 11-1, 11-8 trok hij de daaropvolgende games naar zich toe. Dit tot genoegen van Ilja die naast mij stond te kijken. “Dit is goed voor de baromzet” fluisterde hij in mijn oor. “Ik heb Niels na de 2-0 gevraagd rustig aan te doen”, voegde hij er lachend aan toe. Maar daarmee deed hij Hernan tekort. De Italiaan kwam immers op eigen kracht langszij. Niels had het lastig.

 

De ‘final game’ was er eentje om je vingers bij af te likken. Spanning ten top. Er was een verlenging voor nodig om de winnaar te bepalen. Er waren matchpoints over en weer. Uiteindelijk trok Niels met 15-13 aan het langste eind en stond Hernan net als vorig jaar met lege handen. Niels verklaarde na afloop over geluk in de eindfase niet te klagen te hebben gehad. “Er zaten inderdaad wat geluksballetjes bij. Daardoor viel het mijn kant op. Maar na zo’n wedstrijd had ik ook met een nederlaag kunnen leven.” Ook over de entourage was hij bijzonder te spreken. “Niet eerder speelde ik voor zo’n enthousiast publiek. Mooi was dat.” Maar echt genieten kon hij direct na afloop nog niet. Toen ik vroeg wat er door hem heenging was hij resoluut: “Vooral veel spierpijn!” Om dat te onderstrepen strompelde hij richting kleedkamer. Zelf dacht ik het toernooi lichamelijk aardig verteerd te hebben. Totdat ik ’s nachts wakker werd en nodig moest pissen. Toen pas voelde ik wat Niels bedoelde. Overal spierpijn. Vooral in mijn pols. Dat laatste was ongetwijfeld het gevolg van die grote glazen Birra Moretti. Zo ook de gang naar het toilet, die ik deze nacht nog enkele keren moest maken. Maar wat een mooi toernooi. En volgend jaar gewoon weer. Mits Margret met haar pannenkoeken op de proppen komt!

 

 

 

ALLE WINNAARS VAN HARTE GEFELICITEERD!